Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mij, [15]den allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen [16]den onnaspeurlijken rijkdom van Christus, 15. Dit zegt de apostel ten aanzien van zijn staat voor zijne bekering, toen hij een vervolger was van Christus' gemeente. Zie 1 Kor.15:9,10, en 1 Tim.1:13. 16. Dat is, den ondoorgrondelijken overvloed der genade van Christus; een gelijkenis, genomen van het wild, welks voetstappen men dikwijls niet kan bespeuren, om dat te volgen en te vinden, gelijk Rom.11:33.